window.dataLayer = window.dataLayer || []; function gtag(){dataLayer.push(arguments);} gtag('js', new Date()); gtag('config', 'UA-120365961-2');

In gesprek met Mireille Beuting

In gesprek met ……Mireille Beuting

In deze serie blogs “in gesprek met…..” laten wij mensen aan het woord die betrokken zijn bij de GOP-Achterhoek. Deze keer spreken we met Mireille Beuting, PIOG bij Marga Klompé, binnen de GOP-Achterhoek.

1. Hoe ben je betrokken geraakt bij de GOP Achterhoek?

Na mijn opleiding ben ik ongeveer 4 jaar geleden begonnen bij Marga Klompé. Mijn plan was om op den duur de opleiding tot GZ-psycholoog te gaan doen. Ik had op mijn stageplek al gezien dat dit lastig was om te gaan doen in de ouderenzorg. Mijn leidinggevende van destijds bleek dit al helemaal aan het uitzoeken. Toen ontstond de hoop dat er bij Marga Klompé een opleidingsplek zou komen en is het uiteindelijk boven verwachting allemaal best snel gegaan. In september 2019 ben ik begonnen met de opleiding bij het RCSW, op een locatie in Deventer. Er zijn twee opleidingsgroepen in Deventer op de vrijdag. De andere groepen vinden plaats op de andere dagen in Nijmegen.

2. Hoe kijk je nu terug op de theoretische opleiding?

De nadruk in de opleiding ligt met name op volwassenen. Er zijn per opleidingsgroep 17 tot 18 PIOG’s en ik schat dat er in elke opleidingsgroep 1 PIOG zit vanuit de ouderenzorg. De opleiding denkt zeker mee over de rol van de psycholoog in de ouderenzorg. Wel heb ik gemerkt dat er weinig docenten ervaring hebben in de ouderenzorg en ook zelf aangeven dat ze het lastig vinden om dat stukje te bieden. De meeste opdrachten zijn gericht op de GGZ. Als PIOG moest ik dan zelf, of met mijn werkbegeleider, de vertaalslag maken naar de ouderenzorg.

Het eerste halfjaar ben ik echt naar Deventer geweest, totdat corona kwam en toen is er overgestapt op online lessen. Juist in dit eerste halfjaar heb ik de meerwaarde ervaren om in een groep met elkaar te zijn. We kunnen allemaal literatuur lezen, de opdrachten doen en cliënten zien, maar het met elkaar uitwisselen over zaken waar je tegenaan loopt of elkaar tips geven vond ik heel fijn. De drempel is toch hoger om dit online te doen.

Wat ik leuk vond om te merken is dat er wel interesse was voor de ouderenzorg bij andere PIOG’s. Soms moest je overtuigen dat het niet saai is en tegen vooroordelen ingaan. In die zin heb ik me wel een soort ambassadeur gevoeld.

3. Hoe zag het praktijkdeel van je opleiding eruit?

Mijn eigenlijke aanstelling is 32 uur. Omdat het theoretische deel voor 4 uur eigen tijd is en 4 uur betaald wordt, bleef er 28 uur over voor het praktijkdeel.

Het individueel opleidingsplan (IOP) heb ik samen met mijn praktijkopleider opgesteld. In overleg met de praktijkopleider hebben we gekeken hoe we de Kenmerkende Beroeps Situaties (KBS) kunnen verdelen over de verschillende periodes en instellingen.

Het eerste jaar ben ik begonnen bij Marga Klompé. Ik vond het heel prettig dat ik daar al werkte, omdat ik de instelling al kende, zodat ik geen energie hoefde te steken in mensen leren kennen en het leren kennen van de organisatie. In de eerste periode is het best even wennen om de theorie toe te passen. Je wil er gelijk iets mee doen en het was even zoeken om een balans te vinden tussen werk en privé. In deze periode heb ik de helft van mijn KBS’en gedaan, waarbij ik zelf de vrijheid had om de volgorde te bepalen. In september ben ik toen naar GGNet ouderen, ambulante en klinische zorg, gegaan. Daar heb ik voor de opleiding onderzoek kunnen doen naar ontwikkelingsstoornissen; bijvoorbeeld autisme, persoonlijkheidsonderzoek en de psychotische stoornissen. Het laatste halfjaar heb ik bij Streekziekenhuis Koningin Beatrix (SKB) gewerkt, waar de nadruk met name lag op SOLK en angstklachten.

Door de vakken in de opleiding hebben er ook ontwikkelingen plaatsgevonden binnen de vakgroep van de instelling. Zoals het vernieuwen van diagnostische instrumenten. Daarnaast zorgt de opleiding voor het onder de aandacht houden van het gebruik van de nieuwste normen en richtlijnen voor diagnostiek en behandeling.

In het SKB heb ik gewerkt met alle leeftijden en dat is moeilijk te vergelijken met de ouderenzorg. Toch heb ik ook hier ervaringen opgedaan die ik kan toepassen in de ouderenzorg, zoals ervaring met kortdurende behandeling en motiverende gespreksvoering. In het SKB ligt de nadruk op kortdurende behandeling. Ik zou nu wat kritischer gaan kijken hoe we in het verpleeghuis efficiënter kunnen werken, zodat we wat meer mensen kunnen helpen.

Het was leuk om nieuwe organisaties, zoals GGNet en het SKB, te leren kennen. Wanneer je ergens twee dagen werkt, dan kost het meer tijd om een organisatie te leren kennen. Het was een leerpunt om de focus voornamelijk te mogen leggen op ervaringen opdoen met de diagnostiek en het behandelen van cliënten.

De ervaring bij andere instellingen in andere sectoren heeft me ook geholpen om de ouderenzorg in een ander perspectief te zetten. We doen het eigenlijk zo slecht nog niet. In de ouderenzorg is de focus erg gericht op het persoonsgerichte werken. Ik vind het mooi om te ervaren dat we ruimte krijgen om mensen te begeleiden of te behandelen op een manier die bij hen past.

4. Hoe heb je de begeleiding tijdens de opleiding ervaren?

De supervisie

In totaal heb ik een drietal supervisors gehad tijdens de opleiding. Twee supervisors zijn geregeld via het GOP. Een supervisor heb ik zelf kunnen regelen.
De meerwaarde van supervisie was voor mij om dingen op een rijtje te zetten. Tijdens de supervisie is er tijd om te reflecteren op je eigen handelen, doordat iemand meekijkt vallen soms dingen op die ik zelf nog niet had opgemerkt. Tijdens de supervisie kan ook een breder perspectief geboden worden, waardoor je leert welke mogelijkheden er allemaal zijn in de aanpak van een behandeling bij een cliënt.

De praktijkbegeleiding

In mijn geval werd de rol van praktijkopleider en werkbegeleider gedurende de opleiding grotendeels gecombineerd door een persoon. Hierdoor vloeide de werk- en praktijkbegeleiding door elkaar. Als ik bijvoorbeeld ergens tegenaan liep in organisatorische zaken of uren- of agendaplanning, dan regelde ik dit met de praktijkopleider.

De werkbegeleiding

In de werkbegeleiding hebben we op vaste momenten in de week zaken besproken die cliëntgericht waren. Er was mogelijkheid om te sparren over lopende onderzoeken of behandelingen. Ben ik op de goede weg? Wat doe ik als eerste? Wat zijn mogelijke interventies?

5. Wat heb je als PIOG als meerwaarde ervaren door de GOP?

Het is prettig dat je niet de enige PIOG bent, maar dat we inmiddels met een grote groep PIOG’s zijn. We overleggen met elkaar, nu in een tweetal groepjes, omdat we nu met 8 PIOG’s zijn. De meerwaarde is dat je hoort hoe de werkwijze bij anderen is. De samenwerking met de andere instellingen is beter geworden, we zien elkaar minder als concurrenten en meer als collega’s. Zo is er bijvoorbeeld een werkgroep diagnostiek opgericht met psychologen van Azora en Sensire om af te stemmen over een richtlijn voor testgebruik bij bepaalde onderzoeksvragen die we vaak tegenkomen in de ouderenzorg. Daarnaast zal er in het najaar nog een scholing plaatsvinden met collega’s van Azora, dit is makkelijker en efficiënter te organiseren met een grotere groep psychologen.

Een andere meerwaarde zijn de stages bij andere instellingen. Je kunt ervaring in een andere sector opdoen en even loskomen van je eigen werkplek.

Onze praktijkopleider heeft een andere baan gekregen in mijn laatste halfjaar. Ik heb geen moment gedacht dat het problemen zou geven voor mijn opleiding. Ook al hoorde ik een aantal weken van te voren dat ik mijn laatste periode hierdoor niet bij Marga Klompé kon doorbrengen en meer uren ging draaien in het SKB. Het voelde heel prettig dat er binnen het GOP meegedacht werd om de situatie op te lossen.

6. Wat zou je advies zijn aan toekomstige PIOG’s?

Ik was een van de eerste PIOG’s binnen de GOP. Doordat we nog aan het pionieren waren, was het opleidingsproces van te voren nog niet geheel duidelijk. Dit heeft me als voordeel gebracht, dat ik ook in de gelegenheid was om mee te kunnen denken.

Een ander advies voor PIOG’s zou zijn. Probeer een duidelijke structuur voor jezelf te vinden om de balans tussen werk en privé te houden. Het is intensief, werken, studeren en theoretische lessen. Niet compleet je hele leven om de opleiding laten draaien, dat heeft mij geholpen om het vol te houden. Voor iedereen is dat anders, maar ik denk wel dat dit belangrijk is.

7. En hoe nu verder?

Half juli ben ik klaar met de opleiding. Omdat ik zwanger ben ga ik eerst nog met zwangerschapsverlof en dan nog 10 weken werken bij Marga Klompé en dan heb ik mijn papiertje!

Als BIG geregistreerde GZ psycholoog wil ik de rol van GZ-psycholoog meer gaan positioneren binnen Marga Klompé Ik ben nu bezig die visie voor mijzelf helder te krijgen. Hoe zie ik die rol? Wat wil ik straks als GZ-psycholoog binnen de ouderenzorg doen? Om mijn mening te kunnen vormen heb ik gesprekken gepland met GZ-psychologen van andere instellingen in de ouderenzorg om te horen hoe de rol van de GZ-psycholoog is bij deze organisaties.

Laat een reactie achter

Ga naar de bovenkant