window.dataLayer = window.dataLayer || []; function gtag(){dataLayer.push(arguments);} gtag('js', new Date()); gtag('config', 'UA-120365961-2');

In gesprek met Marina Berg-Mentink

In gesprek met Marina Berg-Mentink

In gesprek met ……Marina Berg-Mentink.

In deze serie blogs “in gesprek met…..” laten wij mensen aan het woord die betrokken zijn bij de GOP-Achterhoek. Deze keer spreken we met Marina Berg-Mentink, GZ-psycholoog en P-opleider GOP-Achterhoek.

1. Hoe ben je bij het GOP-concept betrokken geraakt?

Via een manager van Marga Klompé hoorde ik dat men bezig was met het GOP-concept. Zij wist dat ik ook bij mijn toenmalige werk bezig was met het opleidingstraject en vroeg mij of ik het gesprek hierover wilde aangaan.

Op grond van de toenmalige gesprekken met Marga Klompé en Jan Hendriks heb ik de keuze gemaakt om de rol van praktijkopleider op te pakken en het concept verder te helpen ontwikkelen. November 2017 ben ik erbij betrokken geraakt en heb ik meegedacht en geholpen met de voorbereiding van de eerste visitatie (februari 2018) vanuit het opleidingsinstituut in Nijmegen.

2 .Wat is je rol binnen het GOP?

Het opleiden van een PIOG vraagt om een werk- en een praktijkopleider. De praktijkopleider heeft de coördinerende en bewakende rol op het leerproces van de PIOG, het leerklimaat en de randvoorwaarden. De werkbegeleider is de inhoudelijke coach op de werkvloer.

Ik heb bij Marga Klompé, mede door schaarste, een dubbelrol als praktijkbegeleider en werkbegeleider. Deze dubbelrol mag je overigens vervullen. Bij Marga Klompé ben ik de werkbegeleider van de PIOG en voor het samenwerkingsverband ben ik de praktijkbegeleider verantwoordelijk voor de opleidingsroute, het leefklimaat, en het bewaken van de voortgang van het leren van de PIOG’s, de evaluatie enz. Samen met de werkbegeleiders houd ik in de gaten of het opleidingstraject allemaal naar wens verloopt.

Daarnaast vraagt het GOP-samenwerkingsverband organisatorische en coördineren werkzaamheden. Omdat het een nieuw concept is moest er veel nagedacht worden over allerlei zaken; hoe stemmen we af met elkaar? Hoe creëren we een eenduidig leerklimaat? hoe zetten we de werkbegeleiders goed in hun rol? Voor de meeste werkbegeleiders was het een nieuwe rol, coaching van de werkbegeleiders behoort ook tot mijn taken.

Vervolgens hoort het tot mijn rol om samen met de andere organisaties in het GOP aantrekkelijke leerroutes met diversiteit voor de PIOG’s te  creëren.

Ten slotte is kenmerkend voor een GOP dat er een hele organisatie structuur omheen zit; een opleidingscommissie (ROC) en een begeleidingscommissie (RBC). Als praktijkopleider heb ik in beide commissies een rol. Bij de ROC meer inhoudelijk en in de RBC meer als  adviseur en dan specifiek over de inhoud.

3. Wat is voor jou de meerwaarde van het GOP?

De grondgedachte waarom we het GOP gestart zijn is natuurlijk het schaarste model; het tekort aan GZ psychologen in deze sector, in deze regio en ook landelijk. Ik zie heel erg de toegevoegde waarde van de GZ-psycholoog in de VVT-sector. Het gezamenlijk met elkaar optrekken binnen het GOP maakt dat het bieden van opleidingsplaatsen mogelijk wordt en dat het tot stand komt. Afzonderlijk had geen instelling het gered, daar ben ik echt van overtuigd en hadden we niet opgeleid, samen lukt het dus wel.

Wat ik heel mooi vind is dat je de PIOG’s een breed opleidingspalet aan kan bieden in het GOP. Het is een generalistische opleiding en daar kom je heel mooi aan tegemoet door verschillende sectoren aan te kunnen bieden binnen het GOP. Vaak wisselen PIOG’s tijdens hun opleiding binnen een instelling tussen verschillende afdelingen, maar niet van sector. Dat hebben wij binnen het GOP wel en dat sluit heel mooi aan bij het generieke opleiden wat de opleiding pretendeert.

Als positief neveneffect van het GOP zie ik dat we met elkaar in deze regio hele korte lijntjes hebben en dat gaat soms buiten de opleiding om. Ik heb bijvoorbeeld een heel kort lijntje met het ziekenhuis, i.v.m. gezamenlijke cliënten of verwijzingen, dat vind ik prettig in de keten samenwerking.

Ook bij de VVT-partners in het GOP zijn regionale werkgroepjes los van het opleiden ontstaan, bijvoorbeeld gezamenlijke intervisie en een diagnostiek werkgroep waarin afgestemd wordt over rapportage, maar ook gezamenlijk een testhoteek is opgebouwd. Soms ook gezamenlijk werven op andere functies.

Maar ook meer algemeen kunnen we elkaar makkelijker vinden voor advies, even sparren, een vraagstellen, elkaar helpen. Het vergroot de samenwerking op inhoudelijk gebied en qua collegialiteit. Terwijl iedereen wel zijn eigen unieke cultuur behoudt.

4. Wat zou je advies zijn aan een nog op te starten GOP?

Het allerbelangrijkste advies; zoek elkaar op, zoek de samenwerking. Als je met elkaar gaat praten is er heel veel mogelijk.  Zoek ook de mensen op die lef hebben en ‘out of the box denken’. Als je heel strak aan de kaders houdt dan lukt het niet en loop je daarin vast. Ga met elkaar het gesprek aan, denk creatief en innovatief na en vooral, ga het doen!

Een ander advies:  wij zijn heel ambitieus begonnen. We zijn nu twee jaar verder en hebben nu 7 mensen in opleiding. Soms is het best wel moeilijk geweest en wisten we even niet hoe het verder moest op zowel financieel of organisatorisch gebied, maar door de  samenwerking konden we zaken ook weer oplossen, liep het niet dan gingen we weer bijstellen en staan we nu op het punt waar we staan.

Elkaar kennen en met elkaar discussiëren vormt een belangrijke basis voor het proces, maar vooral het doen!

5. Is er iets in het GOP-concept dat je, met de kennis van nu, anders gedaan zou hebben?

Spreiding

Met de wijsheid van nu hadden we het iets minder ambitieus aan moeten pakken, met minder opleidingsplekken. Achteraf gezien hadden we het misschien iets meer moeten spreiden. We hadden een grote bulk in een keer en dat geeft niet, maar als je kwetsbaar bent en er gebeurt iets dan heeft dat veel gevolgen. Dus goed spreiden zou mijn advies zijn.

Draagvlak

Ik zou nu meer aandacht nemen voor het creëren van een draagvlak bij de afzonderlijke instellingen voorafgaand aan het vormgeven van de individuele opleidingsroutes. Bij aanvang zegt iedereen: dat is leuk en dat kunnen wij bieden.

Op het moment dat je concreet op de werkvloer met vragen komt om de opleidingsroute te realiseren merkte ik dat er vragen kwamen van managers over budget, caseload van de werkbegeleider enz. Kortom, dat zij nog niet voldoende op de hoogte waren wat het opleiden van een PIOG binnen de organisatie inhoudt. Advies: Besteedt in de organisatie aandacht wat het opleiden concreet inhoud en creëer hiermee een draagvlak.

Meer opleidingpartners?

Toen we ongeveer een jaar bezig waren hebben we gekeken of er uitbreiding van het GOP mogelijk was met nog meer samenwerkingspartners.

Achteraf gezien hadden we dat vanaf dag 1 moeten doen of moeten doen toen het GOP concept steviger stond. Wij gingen hen nu meevragen in een fase dat het spannend was en onduidelijk hoe dat in de samenwerking zou uitwerken. Nu heeft het veel ruis en tijd afgehaald van waar het eigenlijk over had moeten gaan.

Begeleidingsstructuur

Vanaf het begin was duidelijk dat de begeleidingsstructuur qua capaciteit kwetsbaar was, dat is ook gevolg van het schaarste probleem en reden waarom we het GOP zijn gestart. Achteraf zou ik willen dat we hier iets meer over nagedacht hadden en de capaciteit en ook werving centraler hadden gesteld. Deze situatie dwingt weer tot oplossingen en je merkt dat die er ook wel komen.

 Rol praktijkopleider binnen het GOP

Met de ervaring van nu zou ik de rol van de praktijkopleider van het GOP nu centraler stellen met extra uren in dienst van het GOP. Hierdoor kan je een meer neutrale en objectieve positie innemen. Als ik struikel over een leerklimaat binnen een van de deelnemende partners in het GOP moet ik ze kunnen aanspreken. Neutraliteit daarin is belangrijk.

Als praktijkopleider moet je deels ook werkzaamheden als GZ psycholoog uitvoeren. Je zou dan moeten kijken hoe je dit bij een GOP inzet.  Ik vond het bijvoorbeeld heel fijn om bij een andere instelling van het GOP tijdelijk te werken. Ik vond dat voor mijn praktijkopleiders rol heel fijn om die vakgroep te leren kennen.

Geen dubbelrol praktijkopleider en werkbegeleider

Bij het opleidingsinstituut geven ze aan dat de rol van praktijkopleider en werkbegeleider gecombineerd kan worden. Ik denk dat dit binnen een organisatie kan, maar in een samenwerkingsverband, zoals het GOP,  moet je echt strikt die taakdifferentiatie en die rol gescheiden houden.

6. Wat heb je nodig om het voor jezelf succesvol te houden binnen het GOP?

Wat voor mij belangrijk is dat we de verbinding met elkaar blijven houden binnen het GOP. We hadden ooit het idee: als het eenmaal loopt dan kan een ROC en RBD 2 keer per jaar bij elkaar komen. Nu zeg ik dat dit echt vaker moet om de verbinding te houden. Het ROC kan los van de organisatorische dingen die geregeld moeten worden ook een intervisie-achtige rol krijgen. Ook de verbinding tussen de commissies is van belang.

Ten slotte is het van belang dat in de commissies de taken en verantwoordelijkheden goed zijn weggezet, zodat mensen zich verbonden voelen en het als taak oppakken.

Laat een reactie achter

Ga naar de bovenkant